Toen mijn zoontje vier maanden oud was, ging ik werken bij de Bibliotheek AanZet. Mooi op tijd om hem in te schrijven als BoekStart-lid en me te verdiepen in de wondere wereld van knisperboekjes en voorleesgidsen. Nu, twee jaar later, kan er niet geslapen worden zonder een boekje mee in bed, fluistert hij zijn favoriete voorleesboeken woord voor woord mee en is mama ophalen bij de boeken bijna gelijkwaardig aan een bezoekje aan de speeltuin.
In mijn ogen is BoekStart een waardevolle stimulans voor ouders met jonge kinderen om te beginnen met voorlezen, en kennis te maken met alles wat de bibliotheek te bieden heeft. Zo kun je op een laagdrempelige, veilige manier ontdekken waar jouw kind wel of niet positief op reageert, zonder dat je veel geld hoeft te besteden aan boekjes die na korte tijd toch alleen nog maar als decoratie in de kast staan. Zo heb ik al aardig wat miskopen voorkomen, en kreeg ik handige tips over het voorlezen per leeftijdsfase. En die werken écht!
Voor mijn bibliotheekopleiding heb ik me flink verdiept in BoekStart als collectieonderdeel en ik kon aansluiten bij een werkgroep over dit onderwerp binnen onze organisatie. Na een bijeenkomst onder begeleiding van Heleen van den Berg over voorlezen, in het kader van haar onderzoek over de effecten van BoekStart, kreeg mijn enthousiasme de extra impuls die ervoor heeft gezorgd dat ik me nu als een soort zelfbenoemd ambassadeur inzet voor BoekStart in de bibliotheek.
Gratis
Mijn eigen enthousiasme staat soms in schril contrast met de haastige en onverschillige houding waarmee ouders mij aanhoren wanneer ik de inhoud van het koffertje toelicht en ze rondleid in de BoekStart-hoek. Gelukkig zijn er zeker ook ouders die positief en geïnteresseerd reageren en aangenaam verrast zijn als ze zien hoe hun baby reageert als ik bijvoorbeeld een Baby ziet…-boekje laat zien, maar helaas overheerst toch het aantal ouders dat in eerste instantie vooral geïnteresseerd is in het gratis koffertje.
Vluchtige bezoekjes terwijl de auto bij wijze van spreken nog met draaiende motor en knipperlichten op de stoep staat, ‘ik kom voor het koffertje’, en een ‘nee sorry ik heb nu geen tijd’ wanneer gevraagd wordt of een rondleiding gewenst is. Ietwat overdreven geschetst, maar jammer genoeg niet ondenkbaar. Het koffertje is een mooi lokmiddel, maar soms moet een bibliotheekmedewerker van goeden huize komen om na het overhandigen van het koffertje nog de aandacht vast weten te houden voor een toelichting.
Toch weer dat imago?
Volgens mij heeft de onverschilligheid van deze ouders deels te maken met het beeld dat deze doelgroep heeft van de bibliotheek. Net als veel van de jongere bibliothecarissen in het netwerk krijg ik van veel leeftijdsgenoten vragen als ‘Is het niet vreselijk saai daar in de bieb?’, wordt me gevraagd of ik mijn werkkleding nog aan heb als ik een gebreid vest draag en noemen sommigen me steevast ‘biebmoeder’. Niets waar ik niet om kan lachen of geen verhelderend antwoord op kan geven, maar het zegt wel iets over het imago van de bibliotheek, dat klaarblijkelijk nog niet diezelfde ontwikkeling doormaakt waar de bibliotheek zelf nu wel degelijk middenin zit. Over wat de bibliotheek nog meer te bieden heeft en hoe het algemeen heersende imago aan een update toe is hebben mijn collega-JBN’ers al mooie blogs geschreven. Daar zal ik verder niet op in gaan, maar ik hoop dat dit gedateerde imago jonge ouders niet in de weg staat om met hun kinderen gebruik te maken van onze diensten.
Sssst!
Juist voor de (aanstormende) BoekStart-ouders is het belangrijk om te horen te krijgen wat de bibliotheek nog meer te bieden heeft naast het uitlenen van boeken, omdat zij vanaf het begin het grootste aandeel hebben in de manier waarop een kind kennismaakt met (voor)lezen en de bibliotheek in al haar veelzijdigheid. Als deze ouders nog een beeld hebben van een suffe en stoffige bibliotheek, waar strenge bibliothecarissen de hele dag “Sssst!” roepen, dan zal dit beeld gemakkelijk en waarschijnlijk zelfs onbewust worden doorgegeven aan hun kinderen: onze toekomstige leden! Het is dus noodzakelijk om ervoor te zorgen dat dit imago in elk geval geen generatie verder wordt doorgegeven.
Om daarmee te beginnen vind ik het erg belangrijk om bij elke BoekStart-inschrijving toch telkens weer een poging te wagen om de ouders te vertellen over de collectie, de aantoonbaar positieve effecten van voorlezen en de activiteiten die georganiseerd worden rondom bijvoorbeeld het thema opvoeding. Ongemerkt kan het erin sluipen om te denken dat het toch geen nut heeft om die ouders voor te lichten omdat ze maar één ding willen, maar wie weet wat er dus achter deze houding schuilt? Misschien is het gewoon een kwestie van onwetendheid en dan ben ik als bibliotheekmedewerker toch juist de aangewezen persoon om nieuwe, betrouwbare informatie te verstrekken?
Het zal misschien niet bij iedereen tot nieuwe inzichten leiden, maar al komt het binnen bij één ouder, dan is dat altijd beter dan niets, toch?
Sophie (Bibliotheek AanZet)