Henkie

Henkie

Wil je mij gelukkig maken? Neem dan een stoere jongen van een jaar of tien mee naar de bibliotheek en laat hem zeggen dat hij graag boeken wil lenen. En als het even kan: zorg dat hij nog geen lid is. Zodat ik hem oprecht blij kan maken met een gratis lidmaatschap, bibliotheekpas én gratis boeken lenen. En dat hij daarnáást in een krachtwijk woont. Of prachtwijk. Gewoon, omdat het zo is. En dat we dan in de bibliotheek toevallig – of nee, dat hebben we altijd – alle delen in de kast hebben staan van Een leven van een loser. En De boomhut met nog meer verdiepingen. Of de Fantasia’s en dan ook die die eigenlijk pas volgende week uitkomt.  

Ik weet natuurlijk niet hoe dit voor jullie is. Of deze jongens bij jullie wel dagelijks, stoer en met intrinsieke motivatie om te lezen bij de bibliotheek binnenstappen… Maar bij mij gebeurt dit zelden.Maar nu, nu heb ik er één. Het is woensdagmiddag en hij staat levensecht voor me. In Arnhem. In een aandachtswijk. Tien jaar, haren strak in de gel en met een briefje in z’n hand. Op het briefje staat een handtekening van z’n moeder met daaronder geschreven dat ze toestemming verleent voor een lidmaatschap. Zijn nichtje had ‘m getipt. Dat hij hier gratis boeken kon krijgen en dat ze hier vet veel Grijze Jagers hebben. En nu komt hij deze in eigen persoon ophalen. Ik voel me vereerd.‘Henkie’ zegt hij. ‘Ik heet Henkie.’
‘Henkie? Goh dat is een interessante naam, die hoor je ook niet veel hè?’
‘Nou, ik wel hoor. Ik hoor mijn naam best vaak.’
‘Ja, dat begrijp ik. Maar ik bedoel, dat jouw naam een bijzondere naam is. Die hoor ík niet zo vaak.’
‘Mijn broer heet Henk.’
‘Oh… dat is apart. Is dat niet lastig dat jullie beide bijna dezelfde naam hebben?’
‘Nou, vroeger heette Henk Henkie maar toen ik werd geboren werd Henkie Henk en werd ik Henkie.’
Hier moet ik even over nadenken. ‘Tsjonge. Lijkt me wel ingewikkeld als je post krijgt, omdat jullie namen allebei met een H beginnen.’
‘Wij krijgen nooit post.’
‘Heb je nog meer broers of zussen?’
Hij zucht. ‘Ja, mijn oudste broer heet dus Henk. Daarna komt Jonge, dat is een jongen maar dan zonder de N. Dan kom ik en daarna komt Marco.’
‘Dat zijn veel jongens! Originele namen ook, alleen de naam van Marco hoor ik nog wel eens vaker.’
‘Mijn vader heet ook Marco. En mijn moeder heet Vrouwtje.’
‘Vrouwtje? Die naam ken ik nog niet. Apart!’
Hij knikt. ‘Maar ik noem haar gewoon mama.’
‘En je broertje heeft dus dezelfde naam als je vader? Heet je opa dan soms ook Marco?’ Ik grinnik.
‘Nee, die heet Henk. En mijn oom heet ook Henkie.’
‘Oh, eh… ja dat kan ook natuurlijk. Wel veel Henk en Henkies in de familie hè!’
‘Ja’ zegt hij, en hij kijkt me ongeduldig aan. ‘Mag ik dan nu een boek lenen?’

Hilde (Bibliotheek Arnhem)