Er is een tijd om te huilen
en een tijd om te lachen,
een tijd om te rouwen
en een tijd om te dansen.
Hoera! Deze week sloot de 100e jonge collega zich aan bij het netwerk voor jonge bibliothecarissen (JBN). Wie had dat een jaar geleden kunnen denken? Grote kans dat u nu even met gefronste wenkbrauwen terugkijkt naar het citaat hierboven. Wat deze tekst uit Prediker bij zo’n feestelijke blog moet..?
In de week van 5 oktober 2015 ontmoette ik Biene. Een van de raarste weken uit mijn leven. Er stond iets bijzonders te gebeuren: we gingen ons als jonge bibliothecarissen verenigen. Vol geloof in een mooie toekomst voor (en binnen) de bibliotheeksector. Vol hoop op onze eigen groei en ontwikkeling. Vol nieuwsgierigheid naar die andere, nog zo onzichtbare, jonge collega’s. De afspraak stond met uitroeptekens in mijn agenda. Ik keek er al weken naar uit. En toen stierf mijn beste vriendin.
Over haar en over wat dit verlies deed met de mensen om haar heen valt een boek vol te schrijven. Misschien gebeurt dat ook wel. Wat ik echter niet had verwacht, was dat haar dood mij ook anders deed kijken naar mijn werk. In de eerste plaats verloor dit zijn vanzelfsprekendheid: waarom zou je überhaupt willen werken? Waarom hier? Waar dient het voor? In de tweede plaats maakte het mij heel erg dankbaar: ik kón tenminste werken, studeren, groeien. In de derde plaats realiseerde ik mij dat de bibliotheek onder andere zo bijzonder is, omdat iedereen er welkom is. Omdat iedereen toegang krijgt tot nieuwe werelden, informatie, gedachten en dromen. Zonder norm over wélke werelden of dromen. Tot slot versterkte het mijn behoefte om met andere jonge mensen te praten. Over wat hen drijft en inspireert en ja, soms ook over wat hen belemmert of benauwt.
Eenzelfde tegenstrijdigheid ervaar ik in het ‘succes’ van het netwerk. Het is bijzonder om te zien hoe we groeien en fijn om te merken dat er behoefte is aan onderling contact. Aan de andere kant laat het ook zien dat ‘we’ soms nog dingen missen, vragen hebben, zoekend zijn. Ik heb hier in de eerste maanden van ons bestaan wel mee geworsteld; is er ruimte voor die zoektocht? Mag je open zijn over kwetsbaarheid? En tegelijkertijd verwonderde mij het onmetelijke enthousiasme, de creativiteit en de passie van de jonge mensen die ik ontmoette. Elke bijeenkomst opnieuw.
Ook buiten de JBN-activiteiten ontmoette ik veel enthousiasme over ons initiatief. Biene en ik waren nooit zo ver gekomen zonder Evi en Maartje; onze Brabantse collega’s, die ons intussen ook op landelijk niveau versterken. Of zonder de support van Bibliotheekblad. Zonder de handreikingen en aanmoedigingen van de KB, VOB, ProBiblio, Cubiss. Zonder de enthousiaste ondersteuning van Frank Huysmans. Zonder de Twitterdiscussies en Tweetmeets. Zonder inspirerende uitnodigingen van organisaties als Bookarang. En last but not least zonder de inspiratie van Jeanine Deckers.
Zonder hen waren we nu niet 100 leden, 5 inhoudelijke bijeenkomsten, 2 borrels, een generatie y-scan, een Tweetmeet en ontelbaar veel (dagelijkse) berichten vol adviezen, inspiratie, signaleringen en vragen rijker geweest. Zonder hen zouden we nu niet bezig kunnen zijn met onder andere het ontwikkelen van een ‘starterspakket’, het afvaardigen van jonge collega’s in de landelijke werkgroepen, met het verjongen van het NBC-publiek (en wie weet wat we daar nog meer gaan doen) en het bereiken van alle jonge collega’s in heel Nederland. Er gebeurt veel – heel veel moois – en daar zijn we ontzettend blij mee.
Toch ben ik persoonlijk niet zo in de stemming voor een feestje… want in de afgelopen twee jaar heb ik ook veel mooie, inspirerende en enthousiaste mensen leren kennen voor wie het werken in de bibliotheek geen feestje meer is. Mensen die ineens losgelaten worden en geruisloos uit onze sector verdwijnen. Mensen die vol energie aan hun werk beginnen en binnen korte tijd verstikt raken in (te) grote hoeveelheden werk. Mensen die continu in onzekerheid leven over of zij volgende maand nog een baan hebben. Mensen vol passie die stuklopen op starheid, procedures, bureaucratie. Mensen die net zomin ‘passen’ – in de hokjes, maatschappij, keurslijven van hoe het nu eenmaal loopt – als mijn vriendin.
Voor mij is de bibliotheek onder andere zo bijzonder, omdat iedereen er welkom is. Omdat iedereen toegang krijgt tot nieuwe werelden, informatie, gedachten en dromen. Zonder norm over wélke werelden of dromen. Dat gun ik onze bezoekers (‘burgers’), dat gun ik mezelf, dat gun ik u en jou.
Een wijze collega wees mij er ooit op dat groeien vaak gepaard gaat met pijn. Zo ervaar ik het nu ook. Persoonlijk, binnen het JBN, maar ook binnen ‘de Bibliotheek’. Het gaat soms traag – meestal zie je er niets van – maar er verandert heel veel. En later, als we groot zijn…
dat feest komt er wel.
PS. Een van mijn grote leerpunten: groeipijnen hebben we allemaal. Daar hoef je niet jong (in leeftijd) voor te zijn.
Tamar (inmiddels Bibliotheek Den Haag)