‘Eva vindt dit leuk en ik denk dat het ook echt wat voor Hilde is.’ Ik vermoed dat dit achttien jaar geleden de kern van een gesprek tussen mijn moeder en tante was. Mijn nicht Eva is een jaar ouder dan ik en liep, natuurlijk, in alles voor. Ik vond dat geweldig; ik had een voorbeeld, een stip op de horizon van een jaar verder. En voor mijn moeder was het handig; te kleine kleding en nieuwe ervaringen kon ze gewoon zo overnemen.
En zo kwam mijn moeder ooit thuis met het getipte boek Kusjes van Haye van der Heyden. Ik was tien jaar, zat aan de keukentafel en schaamde me dood. Ze had het boek nota bene ook nog die ochtend in de bíbliobus geleend, die op dat moment vast volstond met kinderen uit mijn klas. Ik kon nooit meer naar school, dat was wel duidelijk.
Met het schaamrood op mijn kaken en ‘Eva leest het ook!’ in mijn hoofd vertrok ik naar mijn kamer, ik ging zo’n boek natuurlijk heus niet gewoon in de keuken lezen. Met enige tegenzin, maar vooral met flinke nieuwsgierigheid, begon ik aan de eerste bladzijde. En toen, was ik om. Dit boek was geweldig, dit boek was spannend. En vooral; dit boek was anders dan alles wat ik hiervoor had gelezen. Geen verantwoorde verhalen van Thea Beckman of Jan Terlouw, nee dit verhaal ging over echte mensen van nu met echte problemen. Namelijk over Jeroen die Pauline een heel aardig meisje vindt maar het niet fijn vindt dat ze andere jongens ook een kus geeft. Zo herkenbaar! En, goed nieuws, er waren nog meer delen. Na Kusjes volgden de boeken Zoenen, Strelen en Vrijen, om te eindigen met Liefde. En, zo beloofden de titels, in ieder deel ging het verhaal – de verkering – van Pauline en Jeroen steeds een stapje verder.
In de jaren daarna volgden ingewikkelde uitleningen bij de bibliotheek. In de bibliobus deze boeken lenen durfde ik echt niet en dus ging ik op de fiets naar de ‘Grote Bibliotheek’ in een dorp verderop. Daar kenden minder mensen mij. Ik probeerde tussen al mijn andere boeken steeds één titel onopvallend te laten lijken. Mijn wangen werden rood als de bibliothecaris HET boek scande, maar ik probeerde zo neutraal mogelijk te kijken. En zo ging ik, opgelucht, naar huis; het was me wéér gelukt.
Hilde (Bibliotheek Arnhem)